Liefde (en leven) in tijden van corona

We worden als mensheid op de proef gesteld. Mondiaal, maar ook op ons dagelijks leven heeft de coronacrisis behoorlijke impact. Die impact varieert natuurlijk al naar gelang de omstandigheden waarin je je bevindt. Heb je een vitaal beroep of behoor je tot een risicogroep, dan is je situatie vanzelfsprekend anders dan – pak ‘m beet – de onze.

Toch is het ook voor ons als doorsneegezin, allen niet werkzaam in een vitaal beroep, behoorlijk schakelen deze weken. Vooropgesteld, wij, man (56), vrouw (51), dochter Z (21) en dochter L (17), mogen niet klagen. We wonen in een fijne wijk in Amsterdam Noord. Een comfortabel dak boven ons hoofd dus. Werk dat thuis, zo goed en zo kwaad als het gaat, nog wél door gaat. En over het algemeen kunnen we het goed met elkaar vinden. Er is genoeg te eten en te drinken, er staat geld op een rekening. We hebben een tuintje, en in Noord is voldoende ruimte voor een veilige wandeling. Er is wc-papier. Ons hoor je niet klagen. We zouden niet durven.

En toch. Opeens zijn we met z’n allen thuis. Even lijkt het alsof het weekend een week duurt. De routine is weg, het ritme uit de dag, de week. Het voelt vol in huis. Af en toe ervaren we allemaal een gebrek aan ‘eigen ruimte’. Zeker als er door minimaal drie van de vier personen te pas en te onpas ‘gezoomd’ of ‘geskypt’ wordt. En de wifi op zolder toch wat minder betrouwbaar is dan gedacht (we hoefden er immers toch nooit gebruik van te maken). Werk, muziekles, online borrelen, school. Een kakofonie aan geluiden en informatie. De een is gewend te werken met de muziek aan (“kappen met die herrie!”), de ander brandt graag wierook (“gadver!”). Dochter 2 besluit koekjes te bakken nu dat CSE toch van de baan is. We laten ons snel afleiden. Een blokje om dan maar, op gepaste afstand van andere ‘vluchtelingen’.

Zelfs voor ons, die het zo getroffen hebben, vergt samenleven in tijden van corona aanpassing en flexibiliteit. Dat gaat met horten en stoten. Ik mag dan mediator zijn, snappen hoe communicatie werkt en bekend zijn met ingesleten patronen in relaties, ook ik struikel en val regelmatig in de mij o zo bekende (val)kuilen. Ergernissen groeien, sneller dan gewoonlijk, uit tot verbale agressie. En ontsnappen is nu minder makkelijk…

Juist daarom kan het in deze periode nuttig zijn om wat bewuster stil te staan bij de manier waarop je met elkaar communiceert. Ik heb een über simpel lijstje gemaakt dat kan helpen om elkaar beter te verstaan, anders te communiceren. Met aandacht te communiceren. Probeer het eens. Ik ga het ook doen. Beloofd.

  • Luister naar wat de ander zegt;
  • Luister écht naar wat je de ander hoort zeggen;
  • Om zeker te weten dat je de ander goed gehoord én begrepen hebt, herhaal je – in je eigen woorden – wat je de ander hebt horen zeggen. Voor de zekerheid check je het nog even bij de ander, door daarna te vragen: klopt dat?
  • Pas dan – en niet eerder – reageer je op de ander;
  • Reageren op de ander betekent: ingaan op wat je de ander hebt horen zeggen/vragen/overwegen. Dus niet je eigen pad bewandelen.
  • Je reageert met een ik-boodschap. Dat betekent dat je praat vanuit jezelf, je neemt jezelf als uitgangspunt voor je reactie.

Ter illustratie een simpel voorbeeld: X en jij in een hypothetisch gesprek.

X: Ik heb me zo geërgerd aan de muziek in huis de hele dag, ik kon me echt totaal niet concentreren. En niemand die rekening met mij houdt terwijl ik die stilte echt nodig heb als ik een stuk aan het schrijven ben.

Jij: Je geeft aan dat je je flink gestoord hebt aan de muziek die de hele dag aanstond. Dat maakte dat je je niet kon concentreren en je baalde ervan dat jou niets gevraagd werd, terwijl we allemaal in dezelfde ruimte zitten. Klopt dat?

X: Ja, dat klopt wel zo’n beetje. Je kunt toch wel even vragen of ik er last van heb?

Jij: Ik vind het vervelend om te horen dat je last had van de muziek. Persoonlijk vind ik het juist heerlijk die muziek op de achtergrond. Op mijn werk heb ik ook altijd de muziek aan staan. Hoe gaan we dit morgen oplossen?

Als ik het zo opschrijf leest het echt ongelooflijk tuttig en geforceerd. Dat snap ik. En toch. Probeer het eens. Zie het als een uitdaging, een spel. En zet niet te hoog in. Oefen eerst eens met een mild meningsverschil 😉

En als je toch het gevoel hebt dat je bijna uit elkaar spat van woede en je beseft dat het je nu niet gaat lukken om naar de ander te luisteren, zeg dát dan: “Ik wil echt horen wat je te zeggen hebt, maar op dit moment is het heel moeilijk voor me om naar je te luisteren. Ik ben te gefrustreerd/boos/teleurgesteld. Kunnen we het er op een later moment over hebben?”

Easy, toch? Aan de slag!