I want one

Rood Lowres
Maud van der Linden met ‘baby’

Deze week is het Dutch Design Week in Eindhoven. Als het lukt dan dompel ik me graag een dag onder in het afstudeerwerk van de Design Academy, een schijnbaar grenzeloze ideeënwereld van creatieven, idealisten, doeners, denkers, rebellen en slimmeriken. Het lukt me eigenlijk nooit om bij elk werk stil te staan, de teksten met daarop de bedoeling van het werk te lezen en ook nog een geïnteresseerd praatje met elke bedenker te maken. Niet dat die daar nou op zitten te wachten, maar het is ook gewoonweg te veel, te overweldigend voor me.

Daarom was ik blij dat ik al in het begin van onze tocht door zalen vol afstudeerwerken tegen het project ‘I want one’ van Maud van der Linden aanliep. Ik werd getroffen door het beeld van de kleurrijke babylijfjes die op een dikke laag zwarte foam rustten. “Pak maar op, hoor”, hoorde ik Maud zeggen. Voor ik het wist stond ik met een van de baby’s in mijn armen. Gekke gewaarwording. Het gewicht van het ‘ding’, het materiaal en de stijfheid ervan, de felle, kunstmatige kleuren. Het object in mijn armen voelt in niets als een warm, ademend, zacht, kneedbaar en naar baby ruikende pasgeborene en toch sta ik er instinctief mee te wiegen. Object en subject van verlangen vallen samen.

Aims to prevent children becoming a manifestation of unmet needs. By getting future parents conscious of deeper desired, feelings and emotions, is de cryptische uitleg bij het werk. We raken in gesprek met Maud en ze vertelt hoe haar concept vorm kreeg. Het was de scheiding van haar ouders, al tien jaar geleden, die haar op het idee bracht. Het was een pijnlijke scheiding waarbij haar ouders vooral in beslag werden genomen door hun eigen, onderlinge strijd. Van de kinderen werd verwacht dat ze meebewogen op die woeste, onvoorspelbare golven van emoties zonder aandacht op te eisen voor hun eigen verwarring en verdriet. ‘Een accessoire’, zo voelde Maud zich lange tijd, een object dat toebehoort aan haar ouders en dat ze naar believen tentoon kunnen stellen of uit het zicht kunnen zetten als ze dat beter uitkomt. Ik interpreteerde het zelf alsof Maud in die periode iets ‘statisch’, een mal, was voor haar ouders. Natuurlijk bedoelde Maud het niet zo letterlijk. Maar die scheiding, en het onvermogen van haar ouders om haar, hun vlees en bloed, met dezelfde intensiteit lief te hebben als waarmee haar vader en moeder elkaar toentertijd bevochten. Alsof zij er een beetje bij hing, er wel was maar geen deel uitmaakte van dit leven. Alsof zij niet kon lijden onder de breuk, de pijn en het verdriet van haar ouders. Omdat zij, Maud, het kind, er nog geen woorden aan kon geven. Voelen deed ze dus des te meer. Zo werd het verhaal van Maud vandaag het verhaal dat ik zo vaak, en in allerlei varianten, hoor of lees van kinderen van gescheiden ouders.

Denk na, wil Maud met ‘I want one’ maar zeggen. Denk na, mensen. Die kinderwens is prima. Maar dat brengt ook een verantwoordelijkheid met zich mee. Het draait niet meer om jullie. Een kind heeft zijn ouders nodig om zich veilig en geliefd te voelen. Alleen dat. Onvoorwaardelijk. Als je denkt dat (nog) niet te kunnen, begin dan met Maud’s kunstwerk. Wieg het, houd het vast, laat het tot leven komen in jullie armen.

Iris
Foto: Iris Rijskamp